Op dag zeven van de vakantie ben ik het zat: de conversaties met en van m’n dochters. Van ‘bro dit, satisfying dat’, wie welke hengst in Rival Stars Horse Racing verkoopt tot hoe de jongens van het andere Nederlandse gezin in het hotel heten (want zelf vragen: ho maar).
Tel daar de gezinsdynamiek met een puber (“Mam, heb jij m’n oortjes, oplader, lipgloss gezien?”) bij op en het gebrek aan diepgang is compleet. Ik kan inmiddels hele kwartetten in m’n iPhone aanleggen van muggenbulten maat XXL, Aperol-Spritz-varianten en onderkin-selfies vanuit de strandtas.