Regelmatig sarcastisch zijn en hard om jezelf, of het kleine leed van een ander, lachen, is gezond. Zeker in de huidige tijdgeest. Daarmee voorkom je dat kinderen zichzelf, jou of de mening van anderen, té serieus nemen.
'Leedvermaak en sarcasme zijn de beste ingrediënten van een opvoeding'
Wat doe je als meiden uit de klas je uitlachen omdat je AllStars maat veertig draagt? Maak een grap, gebruik die bijtende humor want je weet: ze zijn vet jaloers. Jij bent wél lang en knap, daarom ‘vallen’ ze over je grote voeten. Vraag het Doutzen Kroes maar.
Want zeg nu zelf, wat maakt het uit wat je 53 volgers op TikTok van jou of je twerkende moves vinden? Het gaat erom wat JIJ van JEZELF vindt. Mix dat met een vleug zelfspot en voortschrijdend leedvermaak en voilà: een blauwdruk van de huidige generatie Olde Olthofjes.
Na een week herfstvakantie met de dochters aan de Nederlandse kust was ik het geneuzel zat. De zussen vlogen elkaar op dag vijf in de haren. Die spanning had zich opgestapeld via ruzie om de laatste blauwe M&M tot wie aan welke zijde van het hotelbed slapen mocht. Het ‘wie mag de knop van de lift indrukken’, bleek de laatste druppel. Nog voor de lift kwam het tot een handgemeen. Ik negeerde de bitchfight, nam de trap naar beneden en zei: “Maak elkaar lekker af, je moeder is op het strand”.
Het einde van onze kwaliteitstijd was al in zicht toen ik de avond ervoor smakelijk genoot van het filmpje waarop Puck en Charlie, vol walging, een emmer dode vis naar buiten droegen bij de zeehondenopvang. Aan de kassa hadden de meiden enthousiast gegild toen gevraagd werd of ze zeehondjes wilden voeren.
Een half uur later smeten ze in een noodvaart, onthutst en kokhalzend, de ene dode vis na de andere over de rand van het buitenbad. Waarbij ze geen seconde op de aandoenlijke huilers letten, die binnenkort terug naar de Noordzee mochten. De walging had zich van mijn dochters meester gemaakt. Maar er was publiek, dus hielden ze zich groot.
Een peuter naast me piepte met hoge stem tegen haar vader : “Ik wil ook visjes geven.” “Ach schat, we zijn te laat, de visjes zijn nu op.” De vader snoof richting mijn dochters en keek daarna verwijtend mijn kant op. ‘Koop lekker zelf een voucher van 25 euro voor dode bijvangst’, dacht ik.
Het getergde duo kwam naast me staan, met een lege emmer. “Gadver Puck, je smeet een slijmerige staart in mijn gezicht”. “Nou. Jij dan? Die dikke van jou… daar droop nog bloed vanaf, dat viel op mijn haar. Echt GADVERDAMME.” Puck zuchtte diep. “Kunnen we nu gaan, mam? Ik wil in bad of douchen.”
Ik had het hele zeehonden-schouwspel gefilmd omdat ik meende dat het de grootouders wel zou bekoren, die schattige dieren. Eenmaal terug in het hotel bekeek ik de beelden wel twintig keer. Je zag de zeehonden nauwelijks maar ik zoomde schaterlachend in op de vis, het ongemak en de walging.
Charlie kwam na een tijdje naast me staan en zei: “Niet te geloven soms dat jíj mijn moeder bent…” Ze blies een haarlok weg. “Je vindt dit echt leuk, hé?” Ze keek naar mijn mobiel waarop het Grote Lijden zich nog afspeelde. Ik knikte. Het viel niet te ontkennen. “Wat ben jij hard, mam. Ongelooflijk.”
Sarcasme droop van het engelachtige gezicht. Ze is nog maar acht dus dit komt helemaal goed.