Vanwege een regenbui, die leek alsof de zondvloed zijn intrede had gedaan, zaten we in het enige café dat het kleine Kroatische dorpje rijk was.
We liepen nietsvermoedend door de één van de twee echte straten van het gehucht toen de hel losbrak.
Vanwege een regenbui, die leek alsof de zondvloed zijn intrede had gedaan, zaten we in het enige café dat het kleine Kroatische dorpje rijk was.
We liepen nietsvermoedend door de één van de twee echte straten van het gehucht toen de hel losbrak.
Wikipedia leerde me dat er welgeteld 47 geregistreerde inwoners in deze gemeente waren. We gingen naar binnen en tot mijn grote verbazing zat de boel vol tot aan de nok. Er viel een aanmerkelijke stilte bij onze entree. Vrijwel elk hoofd draaide zich naar ons om, maar we werden welkom geheten door een man met rood aangelopen hoofd met een shirt dat zijn dikke buik aan de onderkant niet meer wist te bedekken.
Hij sloeg me zo hard op mijn schouder dat ik even mijn balans verloor, maar hield me daarna zijn bloemenvaas aan bier voor mijn neus. Een teken dat je mag blijven, blijkbaar. Ik nam een slok en alsof ik hem al jaren kende stelde hij mij, en de rest van mijn gezin, voor aan zijn tafelgenoten. Die dienden allemaal in te schikken zodat we konden zitten.
Aangezien het buiten pijpenstelen jankte, deden we dat ook maar. Er werden subiet halve liters bier voor onze neuzen geknald en voor de kinderen ranja in de kleur magenta roze. In gebrekkig Engels zei de man dat het zo zou beginnen. ‘Het.’ Wat ‘het’ was dat wist ik niet, maar ik verwachte een spektakel.
De bardame deelde papiertjes uit, die later bingoformulieren bleken, gevolgd door een rondje blauwe stiften. De inleg bleek twee euro en ik dacht: daar kan een mens zich geen buil aan vallen. De prijzen logen er niet om. Gedroogde worst, een fles olijfolie, een fles kruidenbitter en de absolute hoofdprijs: een kip. Een levende kip.
Het eerste spel betrof de bovenste rij. Wie die als eerste vol had won de worst. Er werd een tweede vaas bier naast mijn nog halfvolle eerste gezet door de man met de buik. Hij keek vertederd naar me vanwege mijn amateuristische drinktempo. Buiten kwam het nog steeds met bakken uit de hemel.
Het tweede en derde spel volgden en iedereen kreeg een nieuw bingokaartje voor wederom twee euro. Ditmaal speelden we voor de volle kaart met als inzet de kip. De kip die al die tijd gewoon in de kroeg aanwezig was. Iets wat iedereen normaal leek te vinden.
Geloof het of niet, maar tot mijn schrik had ik bingo. Even overwoog ik het niet te roepen, want wat moet een mens met een Kroatische kip? Maar mijn wil om elk spelletje te winnen nam het over. Het dier werd uitgereikt door de burgemeester: de man met het rode hoofd en tegenstribbelende shirt.
Ik kreeg mijn prijs aangereikt en zo stond ik daar. Man met kip. Schoorvoetend heb ik uitgelegd dat ik toch echt geen kip mee kon nemen in de auto naar Nederland. Gelukkig wilde de winnaar van de kruidenbitter wel met me ruilen.
Dronken en zonder kip stapten we aan het einde van de middag naar buiten. Het was inmiddels gelukkig gestopt met plenzen. Ik zag een regenboog. Een dubbele.
'Met ontbloot bovenlijf zou ik de grasmat ter grootte van een voetbalveld voorzien van een nieuw kapsel'Lees ookJan Versteegh is presentator, podcastmaker en schrijver. Hij woont samen met vrouw Dieuwertje en dochters Lulu en Bella. Hij is auteur van Doodmoe & dolgelukkig. Het boek geeft een eerlijk inkijkje in het vaderschap. Op deze plek zal Jan zich wekelijks druk maken en verwonderen.