Het Songfestival is in volle gang en niemand minder dan radio-dj én Songfestival-commentator Sander Lantinga houdt ons vanuit Rotterdam dagelijks op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.
We zijn begonnen, maar dan ook echt.
Publiek
Gisteren was de eerste halve finale en wat hebben we daar als mensheid lang naar uitgekeken. Het was magisch en het was bijzonder. Temeer omdat er eindelijk weer publiek bij mocht zijn.
3500 uitzinnige, vrolijke, gezellige mannen en vrouwen die zin hadden in een avond vol vermaak en vertier. Het waren niet de 12.000 mensen die er anders in hadden gekund, maar het waren er nog altijd meer dan het aantal mensen dat op mijn verjaardag komt.
Ik vond het oprecht een heel emotionele avond, omdat het zo lang zo ver weg leek, zo buiten ons bereik. Nu leek het heel even weer op het oude normaal.
Het oude normaal
Naast de volle tribunes, leek er wel meer op het oude normaal. Er was ouderwets genoeg te zien en te beleven op het podium van Ahoy. Valszingende artiesten, uit de maat dansende muzikanten, slechtvallende ruime pakken en nog slechter zittende kleine pakjes.
Dat in combinatie met aanstekelijke pop en dance, en af en toe een draak van een liedje, en je hebt ouderwets normaal vermaak.
Opvallende optredens
Opvallend waren toch wel Oekraïne – die ik graag ver zie komen – Malta, Cyprus en Noorwegen. En vergeet niet de vingerdans van Litouwen. Ook goed is dat Europa inmiddels kennis heeft gemaakt met Jeangu door middel van het uitzenden van een stukje repetitie van één minuut. En natuurlijk het olijke interview.
Ook dat hoort allemaal bij de mores van het Songfestival. Nu nog een wardrobe malfunction, een sappige politieke rel en een flink haperende satellietverbinding en dan kunnen we echt zeggen dat we corona definitief achter ons hebben gelaten.
De volgende column van Onze man in Rotterdam verschijnt morgen om klokslag 16.00.