“Ik zei tegen Aarnoud: ‘Wel oppassen dat ze je niet voor je geld neemt’. Want zo’n meisje kijkt natuurlijk haar ogen uit bij ons thuis”, oreert Mees Dubbele Achternaam.
“Meen je dit nou?”, antwoord ik.
Mees knikt driftig: “Jazeker!”
“Ik zei tegen Aarnoud: ‘Wel oppassen dat ze je niet voor je geld neemt’. Want zo’n meisje kijkt natuurlijk haar ogen uit bij ons thuis”, oreert Mees Dubbele Achternaam.
“Meen je dit nou?”, antwoord ik.
Mees knikt driftig: “Jazeker!”
Mees is een enorme kakbal. Woont in een prachtig huis met rieten dak, zeven slaapkamers en vier badkamers. Het antiek is veelal geërfd, want de rijkdom is van voorouders op voorouders gegaan. Oud geld. Heel anders dan nieuw geld. Oud geld is gedistingeerd en oud geld trouwt met oud geld.
Wie denkt dat het ouderwets en achterhaald is, forget it. Het klassenverschil is er nog steeds. Mees is daar een levend voorbeeld van. Ik ken hem al bijna dertig jaar. Hij is getrouwd met een vrouw met een deftige achternaam en ze heeft antropologie gestudeerd. Dat deden meisjes uit een ‘keurige’ of ‘nette’ familie destijds. Let wel, zeg nooit ‘fatsoenlijke’ familie, dat zijn deftigdoeners uit een rijtjeshuis.
Gelukkig ligt dat nu anders, maar slechts een paar decennia geleden was het zelden rechten of economie. Communicatie wilde ook nog weleens en bij hoge uitzondering geneeskunde om een gezellige huisarts te worden. Maar het was vooral antropologie, een pretpakket aan leerstof en mooie reizen in het verschiet. Je kunt er niet zoveel mee, maar totdat die (aankomend) diplomaat, bankier of advocaat op de knie ging, was het een geweldige tijdsbesteding. Het ging er tenslotte om dat ze gestudeerd had. En vooral bij het studentencorps had gezeten. Dat deden de jongens ook. Heel belangrijk, want daar bouw je aan het Old Boys Network.
Heel af en toe werd een jongen weleens verliefd op een Knor. Een Knor is een ‘gewoon’ meisje dat niet bij het corps (spreek uit als kòòr) zat en niet OSM was; Ons Soort Mensen, zoals de echte kakflappen zichzelf bestempelen.
OSM heeft (o.a. taal-)codes waaraan OSM elkaar herkennen. Ze spreken namelijk niet zomaar goed Nederlands, neen, ze spreken ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands). “Ik lust het niet”, wordt niet gebruikt. Een doodzonde. Je houdt er niet van of je eet het op. Klaar. “Aangenaam” bij een kennismaking doet de corpsbal gnuiven. Een japon, pantalon of mantel is zó burgerlijk, het is een jurk, broek of jas. En toilet… nee! Dat is deftig doen! Niet zijn. Als je deftig bént zeg je wc. “Moeilijk” is “lastig”, behalve als het echt heel moeilijk is. “Eet smakelijk” – alsof de gastvrouw je iets zou voorschotelen dat niet smaakt – kan niet. En “goede bekomst” al helemaal niet, we zeggen niets dat met de spijsvertering te maken heeft.
Zo praat je op zijn deftigs. Zo trouw je binnen je eigen sociale klasse. Zo werkt dat bij OSM. Alles lekker duidelijk. En vooral voorspelbaar.
Iedereen komt bij hetzelfde café. In mijn tijd nam bij de eerste zonnestraal iedereen zijn stoeptegel op het terras van Hoppe in beslag op het Amsterdamse Spui. Dan stonden daar alle grijze-broeken-met-blauwe-blazers op luide toon te brallen. Het jachtseizoen was geopend op de Caroline’s, de Anne-Fleurs en andere te hard pratende meisjes van stand. Je kon er de klok op gelijk zetten.
Ook Mees en ik kwamen elkaar daar vaak tegen. Nog voor hij met Charlotte, de antropologe, was getrouwd hadden we een fling. Mees was de schaamte voorbij. Die is zo überdeftig opgevoed op een kasteel ergens in de provincie, dat hij vrienden en vriendinnen uit alle lagen van de bevolking had en heeft. Daarom verbaast me zijn uitspraak tegen zijn zoon. “Dus jij bent bang dat je zoon een gewild lokaas is door jullie geld?”, vraag ik.
“Ja, dat is heel aantrekkelijk voor zo’n meisje.”
“Zó’n meisje?”, vraag ik. “Wat voor meisje is dat dan? Een golddigger? Volks? Arbeiderskind?”
“Zo wil ik dat niet zeggen”, antwoordt hij ietwat gegeneerd.
“Nee, maar zo bedoel je het wel. En hoe zit het dan eigenlijk met Charlotte? Was die met jou getrouwd als je een sloeber was geweest? Of laten we zeggen een ‘gewone’ jongen? Stel dat je niet op het kasteel van je grootvader was opgevoed, dat je achternaam niet in het blauwe boekje* stond, er geen erfstukken in je huis waren. Dat je geen rechten had gestudeerd, maar gewoon een banketbakkersopleiding had gedaan en in een rijtjeshuis woonde. Stel dat ze je was tegengekomen in de kroeg, die leuke Mees die heerlijke taartjes bakt en met zakken meel loopt te zeulen door de winkel. Was ze dan ook met je getrouwd? Of was ze dan liever voor Lodewijk van Avezaath gegaan. Haar Soort Mens. Je was nog steeds dezelfde slimme, grappige Mees geweest, maar ze had je niet zien staan. Toch?”
“Tja… misschien…”, antwoordt hij aarzelend.
“Nou, wat is dan het verschil met het ‘gewone’ meisje? Het komt uiteindelijk op hetzelfde neer. De een trouwt door je geld en de ander – misschien – voor je geld. Maar ik zal je zeggen, jouw zoon kan beter met dat gewone meisje trouwen. Die geniet tenminste van al die ‘pecunia’. Voor haar is het allemaal niet zo gewoon en vanzelfsprekend, voor haar is hij een lot uit de loterij.
Voor Anne-Fleur of Willemijn is het allemaal normaal. Die zijn veel te verwend om alles op juiste waarde te schatten. Daarbij, het hoeveelste huwelijk is het tussen jouw familie en die van Charlotte? Jullie zijn geloof ik het zesde stel met dezelfde achternamen! Eigenlijk is het een grote incestueuze bende! Laat er eens een frisse winde doorheen waaien, ook al zegt ze per ongeluk: “Waar is het toilet?” Hij kijkt me aan alsof er allerlei gedachten door zijn hoofd tollen.
Het is het geijkte hokjes en vakjes denken. We voelen ons het lekkerst tussen mensen bij wie we niet bang hoeven te zijn dat we ‘foute’ schoenen dragen of bij wie we het verkeerde bestek pakken. Kortom mensen die op ons lijken. Daarom trouwt geloof meestal met hetzelfde geloof, etnische achtergrond met etnische achtergrond en klasse met klasse – hoog of laag. Eigenlijk zijn we allemaal skinheads in een andere verpakking.
Maar wat maakt het uit om uit je comfortzone te stappen? Heerlijk juist. Ik durf ook te zeggen dat ik dat altijd heb gedaan. Ik had verkering met een jonkheer als wel met een illegale Marokkaan. Het is verrijkend om buiten de lijntjes te kleuren, om overal aan te ruiken en overal van te proeven… Eet smakelijk!
*In het Blauwe Boekje van het Nederlands Patriciaat staan de namen van (vooraanstaande) families die in een bepaalde stad, stadstaat of een gebied al lange tijd de bestuursfuncties hadden. Het patriciaat behoorde tot de aristocratie. Daarnaast is er ook nog het Rode Boekje van de adel.
'Waarom zou je niet weggaan als de koek op is en de vlag halfstok hangt'Lees ook