‘Hou van jou’, krijg ik ineens via app. Deniz, mijn eerste Tinderliefde. We hebben altijd heel liefdevol contact gehouden. ‘Ik lig over je te fantaseren’, schrijft hij. ‘Ik mis jou.’
“Mis jou ook”, schrijf ik terug.
‘Hou van jou’, krijg ik ineens via app. Deniz, mijn eerste Tinderliefde. We hebben altijd heel liefdevol contact gehouden. ‘Ik lig over je te fantaseren’, schrijft hij. ‘Ik mis jou.’
“Mis jou ook”, schrijf ik terug.
Daar lieg ik niks mee. Deniz is een aparte vogel. Jurist, die niets heeft van een stijve academicus. Integendeel. Lang haar, metal lover, soms lardeert hij zijn look met zwarte nagellak. Destijds wilde zijn vriendin hem terug en hij wilde dat een kans geven. Dat deert mij verder niet. In liefde laat ik los.
Ik ben namelijk buitengewoon succesvol in mislukte relaties en houd in de meeste gevallen buitengewoon goeie banden met mijn exen. Ik heb nog geregeld etentjes of een borrel met een geliefde uit het verleden. Waarom moet je boos zijn wanneer een van de twee een deurtje verder gaat?
Soms denk ik er wel eens over om een bus te huren. Kunnen we leuk met zijn allen naar Oud Valkeveen of zo. Hoe gezellig zou dat zijn? Ik met zo’n vlaggetje als reisleider voorop en dan zo’n sliert exen er achteraan. Kunnen ze uitwisselen wat er zo geinig was om met mij een relatie te hebben. Of waarom het zo’n opluchting was om van me af te zijn.
Een vriendin van mij begrijpt daar niets van. Ook zij heeft verschillende relaties achter de rug en heeft altijd een vaste zin als het uit is: “Laat hem de rambam krijgen.” Geen idee wat het is, maar het klinkt wel ernstig. De RamBam.
Zij neemt altijd met veel omhaal afscheid van een minnaar. Het is steevast zijn schuld en er is altijd een reden om woedend te zijn. Ik vind ruziepottend uit elkaar gaan zo… tja… zo gewoon. Het is zo niet chic. Als iemand niet meer bij mij wil zijn, dan weet hij door welke deur hij binnen is gekomen. Dezelfde waardoor hij dan weer kan vertrekken. Sans rancune. Soms moeten je hart en ego even uitdeuken, maar daarna kun je elkaar weer normaal in de ogen kijken.
“Volgende week wat afspreken?”, vraagt Deniz.
Hij komt eten. Of hij eventueel kan overnachten als hij een rumboon teveel op heeft? Ik wijs ‘m op de logeerkamer. Ruimte genoeg.
We blijven die week appen: “Die lippen”, schrijft hij. “Zo mooi. Die wil ik wel weer voelen.”
“En je vriendin dan?”, vraag ik. “Had die maar zulke lippen”, grapt hij terug.
Naarmate de week vordert worden zijn liefdesbetuigingen hartstochtelijker. En dan… krijg ik een naaktfoto. Nog net geen dickpic, maar het laat weinig aan de verbeelding over.
“Lieverd”, app ik hem. “Ik vind het enig als je komt eten. Maar jij hebt een vriendin en ik heb ook iemand waar ik dol op ben, dus seks of samen in een bed gaat ‘m niet worden.”
“Ooh”, antwoordt Deniz. “Ik ben blij voor je schat, ik gun het je.” En dan wordt het stil.
Een dag voor we hebben afgesproken krijg ik: “Het doet me toch wel wat dat je iemand hebt. Misschien beter elkaar niet te zien. Weet niet of het gepast is.”
Ik vind het zo’n onzin dat ik niet eens de moeite om op te reageren.
Echter, nog geen maand later is hij weer terug.
“Ik mis jou. Laten we afspreken. Ik hou mijn handen en lippen netjes bij me.”
“Deal”, antwoord ik.
Het is inmiddels uit met zijn vriendin. Definitief. En hij beseft hoeveel hij nog steeds van me houdt. Hij appt elke dag hoe hij zich verheugt mij te zien. Hoeveel hij aan mij denkt. Dat hij over me gedroomd heeft. En dat als ik aan het koken ben hij me een likje achter mijn oor wil geven.
“Je weet toch dat we gewoon als vrienden hebben afgesproken hè? Dat er een man in mijn leven is die ik niet ga besodemieteren?” Ik word expres wat grover om duidelijk te zijn. Hij dimt wat in.
Op vrijdag ga ik boodschappen doen en net wanneer ik thuis kom, krijg ik een bericht. Deniz. “Ik denk niet dat het mij lukt alleen vrienden te zijn. Ik voel nu al een bepaalde energie door mijn lichaam stromen. En ik wil je geen ongemakkelijk gevoel geven.”
“Oh. Je wilt komen eten, maar als er geen seks op het menu staat dan hoeft het niet?” antwoord ik.
“Nee”, zegt Deniz, “Ik wil jou beschermen tegen mij. Ik voel meer dan vriendschap. Ik kan dat niet uitzetten. Sorry.”
Ik lees op mijn gemak zijn apps nog eens door en heb het ineens zo gehad met ‘erboven staan’. Voor het eerst houd ik niet de ‘eer aan mezelf’. Ben ik niet ‘de wijste’ of ‘chic’.
“Wat een ongelooflijke bullshit”, schrijf ik driftig terug. “Energie? My ass! – die je overigens niet gaat krijgen. Je bent gewoon geil en je wilt seks. Niks meer, niks minder. Een quick fix. En nog gratis eten ook. Je steelt mijn waardevolle tijd en komt met een kutsmoes over ‘gevoelens’. Hang deze lulkoek bij iemand anders op. Wij gaan in ieder geval nooit meer afspreken. Ongelooflijke hangjas! En dan te bedenken dat ik je ooit mijn ‘magnifieke vriend’ noemde. Niks magnifieks aan. Gadverdegadver.”
Hij is er stil van. Wel een maand lang. Dan krijg ik ineens weer een app: “Mag ik het goedmaken? Dan kook ik voor jou. Ik mis je zo erg.”
Ik wacht even met antwoorden. Dan tik ik: “Krijg de Rambam.”
Wat heerlijk gewoon ben ik ineens.
Sophie* (58) is journalist, moeder en columnist bij LINDA.nl. Ze is volop aan het daten en neemt je mee in haar ervaringen met dating-app Tinder. De volgende aflevering verschijnt vrijdag 13 augustus om 20.00 uur op LINDA.nl.
*Sophie is niet haar echte naam