Eindelijk is het zover. Over twee dagen stapt WJ op het vliegtuig naar Amsterdam en zal ik hem na vier maanden eindelijk weer zien.
“Hoe laat arriveer je op Schiphol?”, vraag ik.
Eindelijk is het zover. Over twee dagen stapt WJ op het vliegtuig naar Amsterdam en zal ik hem na vier maanden eindelijk weer zien.
“Hoe laat arriveer je op Schiphol?”, vraag ik.
“Drie uur en daarna pak ik direct de trein door naar de zaak”, antwoordt hij.
Ik ben perplex. “Gaan we elkaar dan niet direct zien?”
“Nou, ik moet op tijd op mijn bestemming zijn, want ik heb zo’n druk schema. We zien elkaar dan toch het weekend? Reserveer maar een leuk vegan tentje, gaan we samen eten.”
“Dan ben je al vijf dagen in Nederland!”, zeg ik teleurgesteld en pissig tegelijk.
“We kunnen op Schiphol koffie drinken, maar dat vind ik zo’n gedoe voor jou”, zegt hij. “Kom je helemaal naar Schiphol voor een uurtje.”
Uiteindelijk spreken we toch af op het vliegveld. Ik wil namelijk niet alleen weten wat hij voor mij voelt, maar ook wat ik voor hem voel. Of hij mijn hart weer net zo snel kan laten kloppen als vier maanden geleden.
Want natuurlijk is alles anders. Maar op papier tikt hij all the boxes. Spiritueel, slim, beetje bohemien, kan lekker koken, woont in Italië, dus een parttime love affair. Uitgesproken gunstig. Want zoals de meeste vrouwen, verlang ook ik naar een hartstochtelijke liefde. Alleen is de vacature niet voor fulltime bezetting. Dus deeltijd met Italië is wat mij betreft ideaal. Twee weken elkaar zoveel mogelijk zien en dan weer twee weken uit elkaar en het verlangen opvoeren. Niemand dagelijks op de bank, ik houd zelf de supervisie over de afstandbediening en niemand die mij met zijn gesnurk uit mijn slaap houdt. Ideaal.
Ik heb een paar jaar een latrelatie gehad, van vrijdagavond tot maandagochtend en tussendoor als we in een gezellige bui waren. Top! Ik zou eigenlijk niet eens weten wat ik met een fulltime vriendje zou moeten doen. Moet je het aankleden? Eten geven? Zindelijk maken? Dat laatste is sowieso onbegonnen werk.
Ik weet nog als ik vroeger uitging met de geliefde van dat moment, dat er altijd wel ergens tegen een boom of in de gracht geplast moest worden. Wat ik er ook van zei. En ruikt een steegje naar urine, dan is het nooit een vrouw die haar string even opzij heeft getrokken om te plassen, maar altijd een vent die ergens in een hoek of tegen een regenpijp aan heeft gepist. Dus hoe zeer je ook je best doet, helemaal zindelijk krijg je ze nooit. Maar dit terzijde.
Twee dagen later sta ik op Schiphol, nerveus. ‘Landed’ staat op de monitor met aankomsten. Ik staar door het glas of ik een glimp van hem opvang. Mijn hart klopt in mijn keel, onzeker over wat ik kan verwachten. En dan ineens zie ik hem. Hij is veranderd. Zijn haar is heel lang en hij ziet er nerveuzig, bijna opgefokt uit. Steeds op zijn telefoon, driftig heen en weer lopend, naar de bagageband en weer weg. Maar wat wil je? Deze man heeft vier maanden in lockdown gezeten met als hoogtepunt van de dag je vuilniszak buiten zetten. Geen avondklok, maar 24/7 binnen blijven. Dat doet wat met een mens.
Dan zie ik dat hij zijn koffer pakt. De schuifdeuren gaan open. Eindelijk, na al die tijd staan we weer tegenover elkaar. We knuffelen, omarmen, het is heel surreëel. We drinken samen koffie, hij vertelt over Italië. Over hoe vreemd het op hem overkomt dat niemand buiten mondkapjes draagt. Hij is zo geconditioneerd dat hij overal en te allen tijde een mondkapje op heeft, dat hij zelfs moeite heeft zo dicht bij mij te zitten. Ik ben de eerste mens die hij na vier maanden weer fysiek vasthoudt.
Dan is het voor hem tijd om de trein te pakken. We nemen afscheid en spreken voor het weekend af.
Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Wat ik moet voelen. Misschien als hij wat meer passie had getoond, was bij mij het waakvlammetje ook weer een steekvlam geworden. Maar dat is niet gebeurd. Wie weet, is hij tegen het weekend ook emotioneel geland en voelt het anders. Nu voelt het unheimisch. Niet blij of onbezorgd.
Niet zoals het appje dat binnenkomt van Mehmet, juist wanneer ik op de roltrap van Schiphol sta. ‘Wat ben je aan het doen?’ Als antwoord maak ik een selfie met de vertrek- en landingsborden op de achtergrond. Als antwoord krijg ik allemaal emoji’s met hartjes. Glimlachend stuur ik een hartje terug.
Lees ook
‘Ghosten is wreed, pijnlijk, verwarrend en het ondermijnt je zelfvertrouwen’