Nooit had ik verwacht me te hechten aan een asbus. Maandenlang stond-ie op mijn piano, naast twee waxinelichtjes. Elke dag stak ik de kaarsjes aan en babbelde ik tegen de box alsof mijn moeder zou terugpraten.
In het vriendenboekje van een kleinkind schreef mijn moeder bij de vraag ‘Wat wil je worden als je later groot bent?’ ooit: ‘Een diamant.’ Het leek haar wel wat, dat haar as na de crematie zou worden verwerkt tot een diamant. Maar toen de dood echt dichtbij kwam, vond ze dit een milieuonvriendelijke optie. Het maakte haar niet meer uit wat er met de as zou gebeuren: “Dan ben ik toch al dood.” Op het laatste moment voegde ze toe: “Of maak er een zandloper van.”