“Wat een schatje”, hoorde ik een pubermeisje zeggen voordat ik rond middernacht de deur van mijn woonkamer achter me dichtdeed. Je zou denken dat ze het over de teckel die achter me aan huppelde had, maar ze bedoelde mij.
Ik moest erom lachen. Ik was net in mijn boxershort de kamer in gelopen om aan de 29683 aanwezige pubers te vragen of het wat zachter kon. Ik vroeg het heel relaxed, helemaal als je bedenkt dat mijn huis volledig was afgevuld met aangeschoten zestienjarigen. Ik vermoed dat ik daarmee wat punten had gescoord en het predicaat ‘schatje’ had verdiend.