‘Een binnenvetter’, zo omschrijft zijn vrouw haar 54-jarige man in de eerste minuten van het gesprek. Meer woorden zal ze gedurende het hele gesprek niet gebruiken.
Met vermoeide en geëmotioneerde ogen zit ze stil naast zijn bed.
‘Een binnenvetter’, zo omschrijft zijn vrouw haar 54-jarige man in de eerste minuten van het gesprek. Meer woorden zal ze gedurende het hele gesprek niet gebruiken.
Met vermoeide en geëmotioneerde ogen zit ze stil naast zijn bed.
Het is niet dat hij niet praat, want zijn gehele ziektegeschiedenis passeert als vanzelf in een lange, bijna krachtige monoloog die ik niet durf of kan onderbreken. Het echtpaar heeft ellendige maanden achter de rug, waarbij zijn ziekte -darmkanker- aanvankelijk genezen werd verklaard na een operatie, maar zijn klachten daarna alleen maar erger werden.
Hij praat over de opluchting na de ingreep – ‘alles is weg, er is niets meer te zien op de scan’- en over de onbegrepen pijnklachten die hierop volgden. Hij vertelt over de intense frustratie zich zo beroerd te voelen, terwijl de dokters erg optimistisch bleven: ‘Nee meneer, er is echt niets te zien’. Over de vele specialisten in het academisch ziekenhuis die geraadpleegd werden, omdat niemand het begreep. Over eilandjes in de zorg -‘iedereen zijn eigen vak’- en hoezeer hierin een regiefunctie gemist werd.
In de dagen dat de pijnklachten in zijn buik fors toenemen, escaleert de situatie thuis midden in de nacht. Als hij niet naar het ziekenhuis wil -‘dan vallen we toch weer mensen lastig en jullie hebben het al zo druk’ – tot het moment dat hij creperend van de pijn in bed ligt en zijn vrouw in blinde paniek huisartsen en het ziekenhuis belt.
Die uren hebben ogenschijnlijk veel indruk op hem gemaakt, want voor het eerst in het gesprek hapert hij en voel ik de emotie. Maar dan gaat hij weer door: over de goede opvang in het ziekenhuis en vervolgens zijn gelijk: ’toch een scan vol kanker, ook in de longen.’ Ook vertelt hij over het besluit om op dat moment niet meer verder te willen met behandelingen.
Ze hebben hem verteld over chemotherapie, maar omdat zijn nieren zo slecht functioneren, is dat eigenlijk geen optie. In het gesprek stel ik geen vragen, niet alleen omdat hij niet meer stilvalt, maar vooral omdat hem dit gesprek en verhaal lijkt op te luchten. Als hij is uitgepraat, is de kamer tot de nok toe gevuld met onuitgesproken emotie over het verleden en aanstaande verlies en het enorme rouwproces dat dit echtpaar treft.
In alles zie ik hoe moeilijk met name zijn vrouw het daarmee heeft. Ze zit stil naast hem, pakt nauwelijks zijn hand vast en luistert naar haar man. Soms droomt ze even weg. Over gevoelens voor elkaar is vast niet vaak gepraat in de storm van de laatste maanden.
Ik stel intuïtief mijn enige vraag in dit gesprek en ik weet niet goed waarom: “Als u terugkijkt op uw leven, wat beschouwt u dan als meest waardevol?” Uit verschillend en belangrijk onderzoek blijkt dat mensen die sterven en terugkijken op hun leven niet meer denken over hun vergaard fortuin, reputatie of materiële zaken.
Mensen die sterven, kijken terug op de essentie van het leven: de relatie met anderen en dan vooral de liefde. Hij lijkt van de vraag even te schrikken, valt stil, probeert zich te herpakken, twijfelt en dan ineens zie ik in zijn ooghoeken tranen opwellen. Hij kijkt naar zijn vrouw, pakt haar hand en zegt: “Dat is zonder enige twijfel Marieke, mijn vrouw.”
Ze kijkt hem strak aan, staat op -het gaat wat onhandig, struikelt bijna over de stoel- maar pakt hem dan beet. “Ik zie je voor het eerst huilen”, roept ze hem toe en dan omarmen ze elkaar. Van een staccato monoloog is de kamer nu gevuld met het intense geluid van liefde. “Waarom ben je toch ook zo’n binnenvetter, waarom toch?”, herhaalt ze twee keer en dan zeggen ze niets meer en huilen samen.
Ik ben wat perplex door de impact van die ene vraag en loop even weg. Wat is dit een leerzaam moment. Die ene vraag: “Als u terugkijkt op uw leven, wat beschouwt u dan als meest waardevol?” Zo simpel, maar zo treffend. Deze ga ik goed onthouden en vaker stellen. Enkele woorden kunnen een wezenlijk verschil maken.
'Shit, doe ik dit wel goed? Is deze rottige boodschap niet te hard, te ongericht voor deze man?'Lees ookSander de Hosson (46) is longarts en oprichter van het platform Carend, dat zich inzet voor en voorlichting geeft over de best mogelijke palliatieve zorg.
Onlangs verscheen zijn boek Leven toevoegen aan de dagen, dat hij schreef met journalist Els Quaegebeur.