Misschien ligt het aan mij, maar bij het woord ‘sprongetje’ denk ik in eerste instantie toch vooral aan iets leuks. En hoewel ik het ook echt heel tof vind om te zien hoe mijn zoon en dochter langzaam maar zeker veranderen van hulpeloze wurmen in steeds completere kleine mensen, zijn de ‘sprongetjes’ die daarbij horen helemaal niet zo plezierig. Niet voor mij of hun vader, maar zeker ook niet voor henzelf.
Onlangs zaten we hier thuis weer eens in zo’n ontwikkelingssprong. Dat bij beide kinderen ondertussen ook meerdere kiezen op doorbreken stonden, hielp niet erg. Net als het feit dat ze van de babygroep op de crèche, waar ze inmiddels de oudsten waren, doorstroomden naar de dreumesen.
Mijn dochter is daar voorlopig de enige die nog niet kan lopen, tot haar eigen woede en frustratie, zeker ook omdat ze nogal een dominant type is dat graag speelgoed van anderen mag afpakken. Helaas voor haar gaat dat een stuk lastiger bij kinderen die een kop groter zijn en gewoon met de door haar gewenste puzzel of rammelaar kunnen weglopen zodra zij haar slag dreigt te slaan.