Het heeft even geduurd en dat is een eufemisme. Ruim anderhalf jaar geleden concludeerde ik dat er iets loos was. Goed, de toenemende gezichtsbeharing, een korter lontje (superhandig met twee pubers in huis) en verergerde migraine waren duidelijke hints. De menopauze deed z’n intrede.
De huisarts vond het tijd voor een bètablokker omdat de lorazepammetjes tegen de migraine weinig zoden aan de dijk zetten. Een hoofdpijndossier, lees dagboek, wees uit dat ik waarschijnlijk leed aan hormonale migraine, en dat de hele santenkraam in de fik stond dankzij de schommeling in lichaamsstoffen. Hoe dan ook: ik was goed de sjaak.
Ik verdiepte me in ervaringsverhalen van mede-migrainers en andere meno-pauzerenden. Omdat ik nooit medicijnen of een paracetamol neem, reageerde ik sterk op metropolol, de bètablokker. De maandelijkse hoofdpijnaanval bleef uit, maar in plaats daarvan kon ik de dagelijkse slaap nauwelijks meer vatten. Als ik er om half elf in lag, zag ik het op z’n minst 1 uur worden. Onhandig voor een fulltime werkende single moeder, die doorgaans in een diepe coma valt zodra ze het hoofdkussen aanraakt.