Voor een weekendje weg kies ik, zodra het budget het toelaat, het liefst voor vergane glorie. Het landgoed waar ik samen met een vriendin logeer, is dan ook een schot in de roos. Krakende traptreden, bordeauxrode vloerbedekking en scheve, kitscherige schilderijen aan de muur.
In de gang ruikt het naar paardenmest. Het versleten vernislaagje van ons hotelbed verraadt een goedkope houtsoort. Tussen de grandeur die eindelijk z’n ware, simpele gezicht laat zien, voel ik me thuis.