Op de dag dat mam overleed, werd ik ’s avonds gebeld door een onbekend nummer, ene Bas. “Ik ben klaar.” Na een paar seconden drong het pas door wie hij was. Bas had het lichaam gebalsemd en gaf me een ‘go’. Ik mocht naar hem toekomen en meehelpen met aankleden.
Een paar dagen daarvoor had ik mams favoriete koningsblauwe vest, hippe sneakers en pied-de-poule pantalon uit de kast getrokken. Ter voorbereiding op wat komen zou. Het viel me zwaar.