Zo op de laatste dag van het jaar is het tijd voor een positieve column over fertiliteitstrajecten. 1 op de 6 stellen krijgt te maken met onvruchtbaarheid en lang niet altijd heb jij er weet van of iemand dit doormaakt of niet.
'Is het terechtkomen in een fertiliteitstraject áltijd zo heftig als mensen denken? Nee. En dit is waarom'
Denk aan die collega, een vriend, een nicht of neef. Vandaag is het tijd om al die mensen een hart onder de riem te steken. Ik ben namelijk best te spreken over het ICSI-traject waar mijn vriend en ik doorheen zijn gegaan. Want hoewel het natuurlijk niet per se een pretje is dat zwanger worden niet lukt (understatement of the year), heeft mijn fertiliteitstraject me ook veel gebracht en daar mogen we het ook best eens over hebben.
Inwendige echo
“Je kunt wel zwanger worden, maar alleen met een beetje hulp”, was het oordeel van de gynaecoloog toen ik voor het eerst een inwendige echo onderging. Ik stond aan het begin van een traject dat jaren in beslag zou nemen en me uiteindelijk een kindje zou opleveren. Maar niet zonder slag of stoot.
Dat stukje “een beetje hulp” sprak me in eerste instantie helemaal niet aan. Ik wilde helemaal geen hulp. Ik wilde gewoon zwanger worden, zoals zoveel mensen bij wie het makkelijk gaat. Gewoon, in de slaapkamer. En dan een zwangerschapstest in de badkamer, ontdekken dat je zwanger bent en dolgelukkig zijn. Je weet wel, zoals ik al zo vaak had gezien in filmpjes op YouTube en Instagram.
Medische molen
Mijn partner en ik hadden geen idee in welke medische molen we terecht zouden komen na mijn eerste bezoek aan de afdeling gynaecologie. Ook Jan moest voor een check “even” z’n sperma inleveren; oftewel klaarkomen in een ziekenhuispotje. Niet bepaald een hoogtepunt. Routinewerk, weet je wel, om even uit te sluiten dat daar iets mis was.
Maar ook bij hem bleek het niet in orde: er werd geen enkele bewegende zaadcel gevonden in zijn goedje. We mochten meteen door naar het eindstation van een fertiliteitstraject: ICSI.
En hoewel onze rit drie jaar langer duurde dan verwacht, Jan een pijnlijke operatie moest ondergaan (blauwe ballen represent!) en ik na maanden prikken rondliep met een zorgwekkend aantal rijpe eicellen om uiteindelijk een succesvolle punctie te doorstaan, heeft het ons ook dichter bij elkaar gebracht.
Project Baby
Dubbele pech betekende ook: allebei stappen ondernemen om een succesvolle zwangerschap te krijgen. De bal lag bij ons allebei en dat zorgde ervoor dat we beide evenveel geïnvesteerd waren in deze zwangerschap. Waar de verhouding misschien uit balans was geweest als ik op natuurlijke wijze na een paar maanden proberen zwanger was geworden – waarbij ik ‘in the lead’ was vanwege het precies weten wanneer de wipweek was – waren we nu allebei net zo betrokken bij iedere stap die gezet moest worden.
Het zorgde er ook voor dat we nog meer naar elkaar toe groeiden. Onze kinderwens werd daadwerkelijk Project Baby, omdat we regelmatig samen een uur in de auto naar de fertiliteitskliniek moesten rijden. Een uur heen en een uur terug, om te praten over het leven met kinderen of wat er ook in het verschiet lag. Een project waar we samen aan werkten.
En niet alleen wij tweeën waren bezig met onze droom, ook een team van medisch specialisten stond voor ons klaar. Weg met de onzekere maanden van ovulatietesten die niet deden wat ze volgens de gebruiksaanwijzing hadden moeten doen, maar in plaats daarvan stond er een heel team voor ons klaar dat ons hielp: stapje voor stapje. We doen nu dit en daarna dat. En dat is alles waar we ons druk over hoefden te maken. Dat is echt goed te doen, als je het mij vraagt.
Loslaten en herkennning
Ik leerde ook ongelooflijk veel van het traject. Ik leerde loslaten. Ik zou mezelf niet per se omschrijven als een controlfreak – welke controlfreak overigens wel? – maar ik hou er wél van om te weten waar ik aan toe ben. Dat is nogal een ding dat je moet loslaten als je in zo’n traject terechtkomt. Je hebt geen idee wat het eindstation is, hoelang je onderweg zult zijn en waar je trein überhaupt naartoe gaat. Maar door echt alleen te kijken naar het volgende station, vond ik die treinrit behapbaar. Niet nadenken over alle spoorwegovergangen of checkpoints; gewoon instappen en wachten tot het volgende station. Stapje voor stapje gaan, dat is écht iets wat ik heb geleerd in dit traject. Het bleek een waardevolle les om ook de rest van mijn leven relaxter in te richten.
Wat het traject me ook bracht, is heel veel herkenning van lotgenoten. Hoewel lotgenoten in dit optimistische stuk misschien niet helemaal de juiste term is. Medestanders, laten we elkaar zo noemen. Dat klinkt meteen saamhoriger en dat is precies wat ik heb ervaren. Het fertiliteitstraject gaf mijn voorheen vrij vlekkeloze leventje meer diepgang. Door erover te vertellen in vriendengroepen of erover te schrijven online, kwam ik in aanraking met al die medestanders die hetzelfde doormaakten. We zijn met veel en we hebben veel aan elkaar. Herkenning vervult een diepgewortelde menselijke behoefte: het gevoel erbij te horen en begrepen te worden. Dat gevoel kreeg ik van alle medestanders die in mijn DM sliden, maar dat gevoel kon ik ook aan anderen geven door zelf open te zijn over ons traject.
Mooie kanten aan fertiliteitstraject
Kortom: zo’n traject is niet alleen bar en boos. Als je me zou vragen of ik het liever allemaal had overgeslagen en op natuurlijke wijze zonder te lang proberen gewoon een kind had willen krijgen, is daarop het antwoord natuurlijk ja. Maar is het terechtkomen in een fertiliteitstraject áltijd zo heftig als mensen denken? Nee. Het heeft ook mooie kanten.
En de grootste bonus van allemaal; zonder ICSI hadden wij nooit een kind kunnen krijgen. Dat lijkt me de beste reden om iets positiever over zo’n traject te denken. Want man o man, wat is het fijn dat dit allemaal mogelijk is.
Dus, op de laatste dag van het jaar wil ik een glas heffen op dit traject. Proost op de wetenschap, de specialisten, de zorgverzekeraars. En in het speciaal op alle medestanders die zich soms door stappen heen worstelen en tóch altijd aankomen op een volgend station. Ik hoop dat jullie ooit de gewenste eindbestemming bereiken.
Leonie ter Veld
Leonie ter Veld (34) is influencer en foodblogger en werd voornamelijk bekend door haar blog Gewoon wat een studentje ’s avonds eet. Inmiddels heeft Leonie vier kookboeken op haar naam staan en schrijft ze over veel meer dan eten, zo ook over haar vruchtbaarheidstraject.
Leonie heeft PCOS en haar partner Jan geen zaadleiders, waardoor ze op natuurlijke wijze geen kinderen kunnen krijgen. Met behulp van een ICSI-traject worden Leonie en Jan in 2023 ouders van Morris. Nu schrijft Leonie voor LINDA. over haar weg naar een tweede kind, en alles wat er bij een vruchtbaarheidstraject komt kijken.