Lichtjaren geleden werkte ik bij de VPRO als researcher en nam ik deel aan een cultureel programma waarin we als panel nieuwe boeken, films, voorstellingen en dergelijke bespraken. Ik was jong en onervaren, maar het was een mooi avontuur.
Na de eerste uitzending kwam een van de dinosauriërs die er werkte (en nog steeds werkt, die types zijn er niet weg te bikken) bij me aan tafel staan. Zijn haren verwilderd, zijn tanden scheef en met bruine vlekken, zag ik door zijn grijns. Hij torende over me uit: ‘ze hadden ook een dom iemand nodig’, zei hij over mijn bijdrage aan het programma.