Zoals sommigen van jullie inmiddels weten heb ik al jaren geen ouders meer. Hoe gek het ook klinkt; op jonge leeftijd geen vader en moeder meer hebben heeft me naast veel verdriet ook veel mooie dingen opgeleverd. Ik leer een hele hoop, waaronder echt mijn eigen boontjes doppen. Maar, hoe sterk ik er ook van wordt en hoe oud ik ook ben, soms heb ik nog steeds gewoon even mijn vader of moeder nodig.
'Woorden van vrienden of een medaille zijn niet altijd genoeg, soms mis ik toch mijn ouders'
Iemand zei eens tegen me dat er twee soorten periodes in je leven zijn die je écht graag met je ouders wil delen: wanneer het goed met je gaat en wanneer je je godsgruwelijk ellendig voelt. Nou voel ik me gelukkig zelden heel erg ruk. Meestal alleen wanneer ik doodziek en kotsmisselijk in bed lig te ijlen, of wanneer ik overspoeld wordt door to-do’s of beslissingen die gemaakt moeten worden. “Ik wil gewoon even m’n vader/moeder”, is wat er dan door mijn kinderbrein jammert. Hun geruststellende stem is wat ik dan graag had gehoord. Ouders hebben tenslotte altijd gelijk.
Gelukkig gaat het met mij voornamelijk heel goed. En juist ook dan mis ik die twee. Dat heeft niet in de laatste plaats te maken met het feit dat ik vroeger nogal eens een teleurstelling voor ze was. Niet, omdat ik allerlei rottigheid uitvrat, maar voornamelijk, omdat ik op school geen poot uitstak. Behalve voor de vakken die ik interessant vond, zat ik tijdens de rest van de lessen respectievelijk te keten achterin de klas, bij Time-Out – het hok van de conciërge waar je voor straf moest zitten als je de les had verstoord – of als ik het echt bont had gemaakt; bij de conrector. Van school ben ik nooit getrapt, daar was ik dan weer te lief voor. Tijdens ouderavonden hoorden mijn ouders standaard dat mijn cijfers niet best waren. Behalve voor Engels, muziek, handenarbeid en sommige wiskundeblokken, prijkten er op mijn rapporten steevast onvoldoendes. Strontvervelend voor mijn ouders natuurlijk. Als je weet dat je kind potentie heeft, maar het er op school niet echt uitkomt, heb je heel wat jaartjes kopfschmerzen.
Maar nu is dat anders. Hoofdpijn zouden ze nu niet meer van mij hebben gehad. Er kwam namelijk toch wat van me terecht. Ik had een succesvol bedrijf en aandelen die ik vier jaar geleden verkocht. Verdien geld, zonder van een ander afhankelijk te zijn en heb de allerliefste en leukste mensen om me heen. Ik ren gedeeltelijke marathons, krijg glimmende medailles en ben voornamelijk gelukkig en tevree. Meestal.
Als ík nu hoofdpijn heb, omdat ik het even niet meer weet, zou ik hen zo graag even bellen. Vragen wat te doen. Want, ondanks dat ik me vaak wel goed voel, zijn er ook momenten waarop het even niet meer gaat. Zoals nu, een periode waarin niets helemaal lijkt te lukken en ik vergeet wat ik allemaal kan. Dan zijn alle lieve woorden van mijn vrienden of een medaille om mijn nek gewoon niet meer genoeg. Ik mis dan toch mijn ouders, die zeggen: “Ach kind, kop op! Alles komt altijd goed!”
'Voortplanten is heus niet altijd zo romantisch, je geeft er een boel voor op'Lees ook