Het is dat de botox mijn oogleden een beetje lift, want ze hangen op half zeven. Deze zoveelste lockdown en de chronische onderprikkeling doet wat met me; ik ben moe.
Van de sleur, welteverstaan.
Toegegeven, ik ben hier en daar wellicht eens over de drempel van een huisfeestje gestruikeld wanneer dat niet helemaal de bedoeling was. Ben geen heilige. Ondanks deze baldadige zoektocht naar prikkels, heb ik me de afgelopen twee jaar als een brave burger gedragen. Netjes mondkapje op. Niet te veel bezoek. Verjaardag keer op keer gecancelled. Favoriete horecazaakjes zien strugglen, dus maar afhalen. Je kent het wel.
Alles om ervoor te zorgen dat we zo snel mogelijk uit de rats zijn met zijn allen.
Echter, de veerkracht begint nu ook uit míj́n lichaam te druppelen, iets waar ik zelfs na de dood van mijn ouders geen gebrek aan had. Nu wil ik deze langdurige sleur niet vergelijken met het verliezen van je dierbaren, maar in beide gevallen rouw ik misschien om een leven dat niet meer hetzelfde is. Eentje waarin een bepaalde mate van spontaniteit bestond.
De oneindige huishoudelijke verantwoordelijkheden gapen me in lockdown 3.0 wéér de hele dag aan. Ik kan ze alleen nog negeren door een ‘ommetje’ te doen of beter nog; een boodschap bij de supermarkt. Nog lastig ook, plannen wanneer je het sociale hoogtepunt van je dag gaat beleven. Uitkijken dat ik in dat tijdslot geen bezorging verwacht, die ik potentieel misloop. Waar anderen toevlucht zoeken in winterse ski-oorden of tropische bestemmingen, hang ik als een treurwilg om de radiator gekruld. Swipend op mijn iPad bestel ik kleding die ik niet nodig heb. Alles om het gevoel te hebben dat ik leef. Goedschiks of kwaadschiks.
Meditatie, sporten en al die gezonde manieren om de gevolgen van de pandemie te accepteren ben ik spuugzat. Ik wil even níet geforceerd voor mezelf zorgen. Waar ik voorheen slechts één groepsbericht verwijderd was van wat verdoving in een café, spring ik nu maar weer op de fiets richting vrienden. Een potje yahtzee, wat gemopper over coronabesmettingen, soms wordt er wat speciaalbier bij een flitsbezorger besteld. Die zijn meestal wel een stuk sneller dan een barman achter de toog. Dat scheelt.
Het klinkt allemaal wat zwartgallig, maar zo voel ik me eerlijk gezegd ook even. De corona heeft me te pakken. Niet het virus zelf, maar het effect dat het op mijn, op óns vrije leven heeft. Want een vrij leven is wat we in Nederland toch behoorlijk hebben.
Zie! Gelukkig heb ik nog wel wat reserve-veerkracht. Zo kan ik nog zoeken naar lichtpuntjes in deze voortdurende duisternis.
Ik heb tenslotte geleerd: na regen komt zonneschijn. Hier en daar hoor ik dat we niet ver verwijderd zijn van slechts een ‘griepje’.
Als je eindelijk erkent dat iets bestaat, dan kan het ook wat met je doen. Net als bij rouw moet ik door verschillende fases heen om de nieuwe realiteit te accepteren. Geef me nog heel even en ik heb ook eindelijk vrede met het nieuwe normaal.